laagvliegt
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: laagvliegt (hulp, bestand)
Woordafbreking
- laag·vliegt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
laagvliegen |
laagvliegt
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van laagvliegen
- ... dat jij laagvliegt.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van laagvliegen
- ... dat hij laagvliegt.
Gangbaarheid
- Het woord laagvliegt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.