labelde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  labelde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • la·bel·de

Werkwoord

vervoeging van
labelen

labelde

  1. enkelvoud verleden tijd van labelen
    • Ik labelde. 
    • Jij labelde. 
    • Hij, zij, het labelde. 

Gangbaarheid

  • Het woord labelde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.