loenste
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: loenste (hulp, bestand)
Woordafbreking
- loens·te
Bijvoeglijk naamwoord
loenste
- verbogen vorm van de overtreffende trap van loens
Werkwoord
vervoeging van |
---|
loensen |
loenste
- enkelvoud verleden tijd van loensen
- Ik loenste.
- Jij loenste.
- Hij, zij, het loenste.
- Ik loenste.
Gangbaarheid
- Het woord loenste staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.