losschudde

Uitspraak

• Geluid:  losschudde    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• los·schud·de

Woordherkomst en -opbouw

•  losschud ww  met de uitgang -e

Werkwoord

losschudde

1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van losschudden
   

   • ... dat ik losschudde. 
     
   • ... dat jij losschudde. 
     
   • ... dat hij, zij, het losschudde. 

2. (in een bijzin) aanvoegende wijs van losschudden

Gangbaarheid

• Het woord losschudde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.