luisterde op
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: luisterde op (hulp, bestand)
Woordafbreking
- luis·ter·de op
Werkwoord
vervoeging van |
---|
opluisteren |
luisterde op
- enkelvoud verleden tijd van opluisteren
- Ik luisterde op.
- Jij luisterde op.
- Hij, zij, het luisterde op.
- Ik luisterde op.
Gangbaarheid
- Het woord luisterde op staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.