lukker

Deens

Woordafbreking
  • luk·ker

Werkwoord

lukker

  1. tegenwoordige tijd van lukke

Zelfstandig naamwoord

lukker, mv

  1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van lukke
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.