maakte nat

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  maakte nat    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • maak·te nat

Werkwoord

vervoeging van
natmaken

maakte nat

  1. enkelvoud verleden tijd van natmaken
    • Ik maakte nat. 
    • Jij maakte nat. 
    • Hij, zij, het maakte nat. 

Gangbaarheid

  • Het woord maakte nat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.