mailde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  mailde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • mailĀ·de

Werkwoord

vervoeging van
mailen

mailde

  1. enkelvoud verleden tijd van mailen
    • Ik mailde. 
    • Jij mailde. 
    • Hij, zij, het mailde. 

Gangbaarheid

  • Het woord mailde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.