mailt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  mailt    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • mailt

Werkwoord

vervoeging van
mailen

mailt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van mailen
    • Jij mailt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van mailen
    • Hij mailt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van mailen
    • Mailt! 

Gangbaarheid

  • Het woord mailt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.