majo's

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  majo's    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈmajos/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • ma·jo's
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

demajo'smv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord majo
     Er blijkt ook uit, dat Neptunus met goeden moed de toekomst te gemoet gaat, ondanks tegenslagen in de achter ons liggende maanden; de hoofdtribune werd geplunderd, het kleedlokaal werd inwendig geheel uitgebroken ten behoeve van onbekend gebleven „majo's” en na de bevrijding werden de twee bijvelden door de Geallieerden benut als „auto-kerkhof” met alle daaraan verbonden narigheden.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord 'majo's' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron in: Sportkroniek; weekblad voor sport, jrg. 44 nr. 7 (29 augustus 1945), J. Waltman, Delft, p. 105 kol. 1
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.