mandager
Noors
Woordafbreking
- man·da·ger
Naar frequentie | 26287 |
---|
Zelfstandig naamwoord
mandager, mv
- onbepaalde vorm nominatief meervoud van mandag
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.