mandar

Spaans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /man.ˈdaɾ/
Woordafbreking
  • man·dar

Werkwoord

mandar

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
mandar
mandaba
mandado
volledig
  1. onovergankelijk bevelen, commanderen, de leiding hebben
  2. overgankelijk opdragen, bevelen, gelasten
  3. sturen
Synoniemen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.