marchandeert

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  marchandeert    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • mar·chan·deert

Werkwoord

vervoeging van
marchanderen

marchandeert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van marchanderen
    • Jij marchandeert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van marchanderen
    • Hij marchandeert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van marchanderen
    • Marchandeert! 

Gangbaarheid

  • Het woord marchandeert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.