marcheerden

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  marcheerden    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • mar·cheer·den

Werkwoord

vervoeging van
marcheren

marcheerden

  1. meervoud verleden tijd van marcheren
    • Wij marcheerden. 
    • Jullie marcheerden. 
    • Zij marcheerden. 

Gangbaarheid

  • Het woord marcheerden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.