marcheerden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: marcheerden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- mar·cheer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
marcheren |
marcheerden
- meervoud verleden tijd van marcheren
- Wij marcheerden.
- Jullie marcheerden.
- Zij marcheerden.
- Wij marcheerden.
Gangbaarheid
- Het woord marcheerden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.