margedagjes

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  margedagjes    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • mar·ge·dag·jes

Zelfstandig naamwoord

demargedagjesmv

  1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord margedag
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.