marken

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  marken    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • mar·ken

Zelfstandig naamwoord

demarkenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord mark

Gangbaarheid

  • Het woord marken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Zweeds

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Naar frequentie 1203

Zelfstandig naamwoord

marken

  1. nominatief bepaald gemeenschappelijk geslacht enkelvoud van mark
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.