marlden

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  marlden    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • marlĀ·den

Werkwoord

vervoeging van
marlen

marlden

  1. meervoud verleden tijd van marlen
    • Wij marlden. 
    • Jullie marlden. 
    • Zij marlden. 

Gangbaarheid

  • Het woord marlden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.