marmertje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  marmertje    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • mar·mer·tje

Zelfstandig naamwoord

hetmarmertjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord marmer
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.