martelt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  martelt    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • mar·telt

Werkwoord

vervoeging van
martelen

martelt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van martelen
    • Jij martelt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van martelen
    • Hij martelt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van martelen
    • Martelt! 

Gangbaarheid

  • Het woord martelt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.