meegroeide

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  meegroeide    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • mee·groei·de

Werkwoord

vervoeging van
meegroeien

meegroeide

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van meegroeien
    • ... dat ik meegroeide. 
    • ... dat jij meegroeide. 
    • ... dat hij, zij, het meegroeide. 

Gangbaarheid

  • Het woord meegroeide staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.