meehielp

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  meehielp    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • meeĀ·hielp

Werkwoord

vervoeging van
meehelpen

meehielp

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van meehelpen
    • ... dat ik meehielp. 
    • ... dat jij meehielp. 
    • ... dat hij, zij, het meehielp. 

Gangbaarheid

  • Het woord meehielp staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.