meemaakt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  meemaakt    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈmemakt/ (2 lettergrepen)
    • (Noord-Nederland): /ˈme.makt/
    • (Vlaanderen, Brabant): /ˈme.makt/
    • (Limburg): /ˈme.mak/
Woordafbreking
  • mee·maakt

Werkwoord

vervoeging van
meemaken

meemaakt

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meemaken
    • ... dat jij meemaakt. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meemaken
    • ... dat hij meemaakt. 

Gangbaarheid

  • Het woord meemaakt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.