meen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  meen    (hulp, bestand)
  • IPA: /meːn/
Woordafbreking
  • meen

Werkwoord

vervoeging van
menen

meen

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van menen
    • Ik meen. 
  2. gebiedende wijs van menen
    • Meen! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van menen
    • Meen je? 

Gangbaarheid

  • Het woord meen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.


Spaans

Werkwoord

vervoeging van
mear

meen

  1. aanvoegende wijs derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van mear
  2. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van mear
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.