meereisde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: meereisde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- mee·reis·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
meereizen |
meereisde
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van meereizen
- ... dat ik meereisde.
- ... dat jij meereisde.
- ... dat hij, zij, het meereisde.
- ... dat ik meereisde.
Gangbaarheid
- Het woord meereisde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.