meetors
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: meetors (hulp, bestand)
Woordafbreking
- mee·tors
Werkwoord
vervoeging van |
---|
meetorsen |
meetors
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meetorsen
- ... dat ik meetors.
Gangbaarheid
- Het woord meetors staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.