merkt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  merkt    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • merkt

Werkwoord

vervoeging van
merken

merkt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van merken
    • Jij merkt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van merken
    • Hij merkt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van merken
    • Merkt! 

Gangbaarheid

  • Het woord merkt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.