meur

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  meur    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • meur

Werkwoord

vervoeging van
meuren

meur

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meuren
    • Ik meur. 
  2. gebiedende wijs van meuren
    • Meur! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meuren
    • Meur je? 

Gangbaarheid

  • Het woord meur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.