migreerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: migreerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- mi·greer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
migreren |
migreerde
- enkelvoud verleden tijd van migreren
- Ik migreerde.
- Jij migreerde.
- Hij, zij, het migreerde.
- Ik migreerde.
Gangbaarheid
- Het woord migreerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.