mindert

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  mindert    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • min·dert

Werkwoord

vervoeging van
minderen

mindert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van minderen
    • Jij mindert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van minderen
    • Hij mindert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van minderen
    • Mindert! 

Gangbaarheid

  • Het woord mindert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.