mispakt

Uitspraak

• Geluid:  mispakt    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• mis·pakt

Woordherkomst en -opbouw

• vervoeging van mispakken: de stam met de uitgang -t, zonder ge- vanwege voorvoegsel

Werkwoord

mispakt

1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van mispakken
   

   • Jij mispakt. 

2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van mispakken
   

   • Hij mispakt. 

3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van mispakken
   

   • Mispakt! 

mispakt

1. voltooid deelwoord van mispakken

Gangbaarheid

• Het woord mispakt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.