missbilligen

Duits

Uitspraak
  • Geluid:  missbilligen    (hulp, bestand)
  • IPA: / mɪsˈbɪlɪɡən /
Woordafbreking
  • miss·bil·li·gen
Woordherkomst en -opbouw
  • Afleiding van het Duitse werkwoord billigen met het voorvoegsel miss-
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
missbilligen
bissbilligte
missbilligt
zwak volledig hulpwerkwoord
= haben

Werkwoord

missbilligen

  1. overgankelijk afkeuren
    «Die Abgeordneten missbilligten den Staatsstreich.»
    De parlementsleden keurden de staatsgreep af.
  2. overgankelijk veroordelen
Synoniemen
Antoniemen
  • [1]: billigen
Afgeleide begrippen
  • [1]: Missbilligung
Verwante begrippen
  • [1]: rügen
  • [1]: tadeln
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.