mokkelde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: mokkelde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- mok·kel·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
mokkelen |
mokkelde
- enkelvoud verleden tijd van mokkelen
- Ik mokkelde.
- Jij mokkelde.
- Hij, zij, het mokkelde.
- Ik mokkelde.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.