mondmaskers

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  mondmaskers    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈmɔntmɑskərs/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • mond·mas·kers
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

demondmaskersmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord mondmasker

Gangbaarheid

  • Het woord mondmaskers staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.