monkel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  monkel    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • mon·kel

Werkwoord

vervoeging van
monkelen

monkel

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van monkelen
    • Ik monkel. 
  2. gebiedende wijs van monkelen
    • Monkel! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van monkelen
    • Monkel je? 

Gangbaarheid

  • Het woord monkel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.