multipliceerden

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  multipliceerden    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • mul·ti·pli·ceer·den

Werkwoord

vervoeging van
multipliceren

multipliceerden

  1. meervoud verleden tijd van multipliceren
    • Wij multipliceerden. 
    • Jullie multipliceerden. 
    • Zij multipliceerden. 

Gangbaarheid

  • Het woord multipliceerden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.