multitask

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  multitask    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • mul·ti·task

Werkwoord

vervoeging van
multitasken

multitask

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van multitasken
    • Ik multitask. 
  2. gebiedende wijs van multitasken
    • Multitask! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van multitasken
    • Multitask je? 

Gangbaarheid

  • Het woord multitask staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.