naaktloopt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  naaktloopt    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • naakt·loopt

Werkwoord

vervoeging van
naaktlopen

naaktloopt

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van naaktlopen
    • ... dat jij naaktloopt. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van naaktlopen
    • ... dat hij naaktloopt. 

Gangbaarheid

  • Het woord naaktloopt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.