nablust

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  nablust    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • na·blust

Werkwoord

vervoeging van
nablussen

nablust

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nablussen
    • ... dat jij nablust. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nablussen
    • ... dat hij nablust. 

Gangbaarheid

  • Het woord nablust staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.