nagde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: nagde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- nag·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
naggen |
nagde
- enkelvoud verleden tijd van naggen
- Ik nagde.
- Jij nagde.
- Hij, zij, het nagde.
- Ik nagde.
Gangbaarheid
- Het woord nagde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.