nagelde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  nagelde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • na·gel·de

Werkwoord

vervoeging van
nagelen

nagelde

  1. enkelvoud verleden tijd van nagelen
    • Ik nagelde. 
    • Jij nagelde. 
    • Hij, zij, het nagelde. 

Gangbaarheid

  • Het woord nagelde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.