naleest

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  naleest    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • na·leest

Werkwoord

vervoeging van
nalezen

naleest

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nalezen
    • ... dat jij naleest. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nalezen
    • ... dat hij naleest. 

Gangbaarheid

  • Het woord naleest staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.