napluis
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: napluis (hulp, bestand)
Woordafbreking
- na·pluis
Werkwoord
vervoeging van |
---|
napluizen |
napluis
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van napluizen
- ... dat ik napluis.
Gangbaarheid
- Het woord napluis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.