narcotiseert

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  narcotiseert    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • nar·co·ti·seert

Werkwoord

vervoeging van
narcotiseren

narcotiseert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van narcotiseren
    • Jij narcotiseert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van narcotiseren
    • Hij narcotiseert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van narcotiseren
    • Narcotiseert! 

Gangbaarheid

  • Het woord narcotiseert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.