nasaleerde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  nasaleerde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • na·sa·leer·de

Werkwoord

vervoeging van
nasaleren

nasaleerde

  1. enkelvoud verleden tijd van nasaleren
    • Ik nasaleerde. 
    • Jij nasaleerde. 
    • Hij, zij, het nasaleerde. 

Gangbaarheid

  • Het woord nasaleerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.