nasaleerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: nasaleerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- na·sa·leer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
nasaleren |
nasaleerde
- enkelvoud verleden tijd van nasaleren
- Ik nasaleerde.
- Jij nasaleerde.
- Hij, zij, het nasaleerde.
- Ik nasaleerde.
Gangbaarheid
- Het woord nasaleerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.