nasci
Latijn
Uitspraak
- IPA:
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | 1e pers. enk. ind. praes. pass. |
1e pers. enk. ind. perf. pass. |
nāscī | nascor | nātus sum |
onregelmatig | volledig | deponens |
Werkwoord
nāscī
- geboren worden
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.