naspoort

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  naspoort    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • na·spoort

Werkwoord

vervoeging van
nasporen

naspoort

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nasporen
    • ... dat jij naspoort. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nasporen
    • ... dat hij naspoort. 

Gangbaarheid

  • Het woord naspoort staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.