nasprak

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  nasprak    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • na·sprak

Werkwoord

vervoeging van
naspreken

nasprak

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van naspreken
    • ... dat ik nasprak. 
    • ... dat jij nasprak. 
    • ... dat hij, zij, het nasprak. 

Gangbaarheid

  • Het woord nasprak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.