natmaakte

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  natmaakte    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • nat·maak·te

Werkwoord

vervoeging van
natmaken

natmaakte

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van natmaken
    • ... dat ik natmaakte. 
    • ... dat jij natmaakte. 
    • ... dat hij, zij, het natmaakte. 

Gangbaarheid

  • Het woord natmaakte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.