natrapte

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  natrapte    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • na·trap·te

Werkwoord

vervoeging van
natrappen

natrapte

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van natrappen
    • ... dat ik natrapte. 
    • ... dat jij natrapte. 
    • ... dat hij, zij, het natrapte. 

Gangbaarheid

  • Het woord natrapte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.