natrok
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: natrok (hulp, bestand)
Woordafbreking
- na·trok
Werkwoord
vervoeging van |
---|
natrekken |
natrok
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van natrekken
- ... dat ik natrok.
- ... dat jij natrok.
- ... dat hij, zij, het natrok.
- ... dat ik natrok.
Gangbaarheid
- Het woord natrok staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.